05.6 Vergeving

Vergeving is een complex emotioneel proces dat diepgaand begrip en empathie vereist van je partner. Om iemand te vergeven, moet je allereerst de diepere emoties en behoeften begrijpen die ten grondslag liggen aan de pijnlijke ervaring. Het is essentieel om open en eerlijk te communiceren, je kwetsbaarheid te tonen en elkaars emoties te erkennen.

Vervolgens is het nodig om te werken aan het herstellen van de emotionele band. Het is belangrijk dat je emotionele steun ervaart van je partner. Vergeving komt pas wanneer beide partners zich gehoord, begrepen en veilig voelen. Het vereist geduld en inzet van beiden om oude wonden te helen om vervolgens weer door te kunnen. Uiteindelijk kan vergeving leiden tot herstel en een diepere verbinding binnen relaties, zelfs nog sterker dan voorheen. De basis is dus: betrokkenheid, vertrouwen, begrip en veiligheid. We geven je graag een mooie oefening mee in het kader van vergeving.

Oefening: Vergeving

Je partner vertelt over een situatie die heel pijnlijk was en nog steeds diep geworteld en voelbaar is. Ook al is deze situatie lang geleden gebeurd, de gebeurtenis kan nog steeds veel emotie oproepen als je ernaartoe gaat. Ook al voelt het voor jou als oude koeien uit de sloot halen… Je partner kan dit alleen achter zich laten als hij of zij zich gehoord, begrepen en veilig voelt.

Het vraagt van jou als partner dat je Toegankelijk, Responsief en Betrokken bent.


Volg de stappen in Vergeving hieronder en hou de beurtverdeling nauwkeurig aan.


A: De gekwetste partner

B: De luisterende partner


A: Vertel over een specifieke en pijnlijke gebeurtenis ↦ vertel in detail wat er toen gebeurde.

B: “Ik hoor je, ik herinner mij wat er toen gebeurde”. Nu vertel je partner A open en eerlijk waarom je je destijds zo gedroeg, zonder in de verdediging te schieten. Vertel eventueel ook wat er in die periode voor jou speelde en maakte waarom je dit zo deed.

A: “Wat mij het meeste pijn deed is…”. Deel de kern van de pijn; bijvoorbeeld: ik voelde mij afgewezen, in de steek gelaten, alleen, niet gewaardeerd, niet gezien, onbelangrijk, niet op de eerste plaats staan. Kijk je partner nu aan en herhaal wat je het meeste pijn gedaan heeft.

B: “Het doet mij nu zo’n pijn om te zien dat jij je toen zo voelde” (verontschuldiging).

Vertel wat je nu van binnen voelt, wanneer je hoort hoe je partner (herhaal de kern van de pijn) zich heeft gevoeld.

A: “Ik heb van jou nodig dat…” (ik wel gezien/gewaardeerd/geprioriteerd) word.

Probeer eens aan te geven aan je partner wat je nu nodig hebt om deze pijn nu te verzachten. Als je partner je met deze pijn kan helpen, wat moet hij/zij dan nu doen?

B: “Ik wil er nu voor jou zijn”.

Probeer eens aan te geven wat je kan doen met het verzoek om te helpen de pijn te verzachten (ik wil ervoor zorgen dat jij je belangrijk voelt door…. bijvoorbeeld).

A: “Dank je wel voor je begrip. Dat doet mij goed.”