02.4 Relatiemeter oefening

Je hebt het volgende nodig: 

1. Ieder een uitgeprinte versie van de RelatieMeter (of papier waarop je het zelf tekent);

2. Stiften, pennen of kleurpotloden;

3. De toelichting met mogelijke verbindingen.

Elk vlak staat symbool voor een verbinding. In deze vlakken (taartpunten) vul je in hoeveel er volgens jou van die verbinding aanwezig is in jullie relatie op dit moment. Dus niet: hoe je het zou willen of hoe het is geweest, maar hoe jij het op dit moment ervaart.

Dat kun je doen door het vlak bijvoorbeeld in te kleuren met de hoeveelheid die daar gevoelsmatig bij past of door er een cijfer (0-10) per soort verbinding aan te geven.

Het is niet zo dat elke verbinding aanwezig moet zijn in je relatie. Dus ervaar je een bepaalde verbinding niet? Dan laat je hem achterwege.

Let op: jullie maken allebei, los van elkaar, een RelatieMeter. Dit bespreek je pas later met elkaar.

Als jouw eigen RelatieMeter af is, stel je jezelf de volgende vragen:

  1. Wat valt mij op aan mijn RelatieMeter?
    – Wat is er veel en wat is er niet of weinig?
    – Wat mist er en vind ik toch belangrijk?
  2. Welke verbinding zou er moeten zijn, zodat ik meer tevreden en gelukkig zou zijn in onze relatie?
    – Waardoor zou ik mij meer gezien en verbonden voelen met mijn partner?

Wissel daarna jullie inzichten met elkaar uit. Luister daarbij aandachtig, doe geen aannames en vraag door.

Het gaat er in deze opdracht om, dat je van elkaar de betekenis van de desbetreffende verbinding begrijpt. Die kan namelijk voor iedereen anders zijn.

Tip: Zet je naam en de datum op de RelatieMeter en bewaar deze ergens. Zet vervolgens over 6 of 12 maanden een reminder in je agenda om er weer een te doen en vergelijk ze dan. Is er iets veranderd?

Open hier de RelatieMeter oefening: RelatieMeter oefening